Statenvertaling
Maar die man zeide tot Joab: En of ik al duizend zilverlingen op mijn handen mocht wegen, zo zou ik mijn hand aan des konings zoon niet slaan; want de koning heeft u, en Abísai, en Ithai, voor onze oren geboden, zeggende: Hoedt u, wie gij zijt, van den jongeling, van Absalom.
Herziene Statenvertaling*
Maar die man zei tegen Joab: Al mocht ik duizend zilverstukken op mijn handen afwegen, dan zou ik nog mijn hand niet naar de zoon van de koning uitstrekken. De koning heeft immers ten aanhoren van ons aan u, Abisaï en Ithai bevel gegeven: Wie u ook bent, spaar de jongen, Absalom.
Nederlands Bijbelgenootschap 1951**
Maar de man zeide tot Joab: Al woog ik ook duizend zilverstukken op mijn handen, ik zou mijn hand niet naar de zoon van de koning uitstrekken, want ten aanhoren van ons heeft de koning u, Abisai en Ittai bevolen: Spaart mij de jongeling, Absalom.
King James Version + Strongnumbers
And the man H376 said H559 unto H413 Joab, H3097 Though H3863 I H595 should receive H8254 a thousand H505 shekels of silver H3701 in H5921 mine hand, H3709 yet would I not H3808 put forth H7971 mine hand H3027 against H413 the king's H4428 son: H1121 for H3588 in our hearing H241 the king H4428 charged H6680 thee and Abishai H52 and Ittai, H863 saying, H559 Beware that none H8104 touch the young man H5288 Absalom. H53
Updated King James Version
And the man said unto Joab, Though I should receive a thousand shekels of silver in mine hand, yet would I not put forth mine hand against the king's son: for in our hearing the king charged you and Abishai and Ittai, saying, Beware that none touch the young man Absalom.
Gerelateerde verzen
2 Samuël 18:5